N.a.v. Jesaja 46: 3-4 (vers 1 en 2) en Psalm 71:5-6,9,15,17-18,20-22 (vers 3 en 4)
Melodie: ‘Land of hope and glory’ (vgl. ‘Ga nu heen in vrede’, ELB 270/WK 357)
1 Dit zeg Ik, de HEER, nu / tegen Israël;
luister, volk van Jakob: / Ik, Immanuël,
heb je trouw gedragen / sinds de moederschoot.
‘k Heb jou steeds gekoesterd, / klein en later groot.
Ja, Ik zal je dragen, / ben er altijd bij!
2 Ik blijf steeds dezelfde / tot je ouderdom.
Ook je grijze haren / zijn mijn eigendom.
Trouw zal Ik je dragen, / hoe je last ook drukt.
Kom Mij redding vragen, / Ik zoek jouw geluk.
Ja, Ik zal je dragen, / ben er altijd bij!
3 ‘k Zal je nooit verstoten, / hoe ook oud en grijs.
Krachten kunnen wijken, / nooit geef Ik je prijs.
‘k Heb jou onderwezen / jong al in mijn woord.
Jij vertelt mijn daden / aan wie naar jou hoort:
“Ja, God zal je dragen, / is er altijd bij!”
4 Als je hebt ervaren / nood, ellende, pijn,
laat Ik jou herleven, / weer in aanzien zijn.
Met mijn troost omgeef Ik / jou je leven lang.
Dan kun jij Mij loven, / klinkt jouw blij gezang:
“Ja, U zult mij dragen, / HEER, U zult er zijn!”
KvH, 22 januari 2024

© 2024 Klaas van Hoek
Mooi Klaas !
Hoi Klaas,
Prachtig verwoord! Ik ga het eens proberen te laten zingen in het verpleeghuis.
Harteljke groet,
Roel