Bij: Matteüs 26-28 (en parallelle evangeliën)
Melodie: JdH 528 (Rots waarop wij bouwen)
Thema: Veertigdagentijd (m.n. Witte Donderdag t/m Pasen)
1 Christus is gekomen / ver van Vaders huis;
wilde bij ons wonen, / stierf voor ons aan het kruis.
Rots op Wie wij bouwen, / Jezus Christus, Heer:
Redder, vol vertrouwen, / buigen wij voor U neer.
2 Christus heeft gegeven / voeding die ons redt.
Brood om van te leven, / druiven die zijn geplet.
Lichaam vol van lijden, / bloed zo donkerrood.
Liefde die kwam leiden / dwalenden uit de dood.
3 Christus heeft gebeden / helemaal alleen.
Angst in al zijn leden, / slapenden om Hem heen.
“Vader, deze beker, / mag die Mij voorbij?
Eén ding weet Ik zeker: / uw wil is goed voor Mij.”
4 Christus is verraden / in Getsemané.
Judas’ kus ten kwade – / teken van: neem Hem mee!
Benden met hun stokken / hielden Jezus aan.
Die zei onverschrokken: / “Laat mijn discip’len gaan!”
5 Christus heeft gezwegen, / toen Hij werd verhoord.
Slaag heeft Hij gekregen, / spot klonk er ongestoord.
Driemaal sprak ook Petrus: / “Nee, ik ken Hem niet”,
zag de blik van Jezus, / huilde toen van verdriet.
6 Christus is gekruisigd, / droeg al onze schuld.
Daar leed Hij bij daglicht / zwaar en geheel onthuld.
Hoor hoe mensen praatten: / “Als Jij Redder bent,
kun je ’t kruis verlaten!” / Zo werd Hij diep gekrenkt.
7 Christus heeft geleden / in de donkerheid,
waar Hij heeft gestreden: / “God, waarom ben ‘k U kwijt?”
Christus heeft gesproken, / tot zijn Vader ’t meest.
Toen riep Hij gebroken: / “Vader, ontvang mijn geest.”
8 Christus is gestorven – / alles is volbracht.
Rust heeft Hij verworven, / vrede heeft Hij gebracht.
Christus is begraven / in een graf van steen;
kreeg geurige gaven, / doeken ook om Hem heen.
9 Christus is verrezen, / stralend uit het graf!
Ja, God zij geprezen: / hier legt de dood het af.
Engelen vertelden / vrouwen blij bericht:
“Ga het allen melden; / Christus, Hij leeft, uw Licht.”
10 Christus zal weer komen, / stralend als de zon.
Wereld van Gods dromen / daagt aan de horizon.
Christus zal er tronen, / brengt de zijnen thuis.
God komt bij ons wonen: / welkom in Vaders huis!
v. 1: Joh. 1:14; 1 Kor. 10:4; v. 2: Matt. 26:26-29; v. 3: Matt. 26:36-46; v. 4: Matt. 26:47-56; Joh. 18:1-11; v. 5: Matt. 26:57-75; 27:26; Joh. 18:16-27; v. 6: Matt. 27:27-44; Marc. 15:16-20,29-32; Luc. 23:35-39 v. 7: Matt. 27:45-50; Luc. 23:44-46; v. 8: Matt. 27:57-61; v. 9: Matt. 28:1-10; v. 10: Matt. 24:27,30; Luc. 9:26; 21:27; Joh. 14:3; Openbaring 1:16; 3:11; 22:16,20
KvH, 3 mei 2024
(Voor toelichting: lees verder onder de afbeelding, waarop vers 1,2 en 10 staan)

Verhaal bij het lied
In de Veertigdagentijd van 2024 speelde een bewoner van De Westerkim Hoogeveen een lied op het orgel. De prachtige melodie trof me meteen. Het bleek het lied ‘Rots waarop wij bouwen’ te zijn (Zangbundel Joh. de Heer 528).
Deze melodie en de Veertigdagentijd inspireerden me tot een lied over Jezus Christus, met name in de tijd van Witte Donderdag t/m Pasen. Het groeide uit tot 10 coupletten, met ook coupletten over Jezus’ komst én zijn terugkomst.
Van de eerste twee verzen en het laatste vers heb ik eind april een mooie foto gemaakt voor Facebook (zie boven). Nu volgt het hele lied op m’n website.
Uiteraard is het niet bedoeld om alle tien verzen achter elkaar te zingen. In de Veertigdagentijd kan een voorganger bij de Schriftlezing het passende lied kiezen.
Ik doe er een link bij naar een instrumentale versie van het lied: https://youtu.be/t-iFMrcBAmo?si=73Rx2EzJAdLLZsIQ
© 2024 Klaas van Hoek